Getuigenis na een bezoek aan onze projecten in Honduras en Guatemala
Voordat ik met mijn getuigenis begin, wil ik u vragen om een kleine persoonlijke oefening te doen. Denk even na over uw eigen leven en probeer tien elementen te identificeren die uw levenskwaliteit aanzienlijk zouden beïnvloeden indien u het zonder moest stellen.
Er zijn dingen die u zeker gemakkelijk zult identificeren, zoals de toegang tot water of elektriciteit, een veilig en waterdicht huis, toegang tot gezondheidszorg…
Er zijn vele andere dingen waar u misschien niet onmiddellijk aan denkt maar die toch onmisbaar blijven om waardig te kunnen leven. Denk aan schoenen bijvoorbeeld. Of een bril om afstanden te evalueren, te lezen, te herkennen … Of nog hygiënisch maandverband of zeep om zich te kunnen wassen.
Ieder die ooit op zijn budget heeft moeten letten, is zich bewust van de kostprijs van voedsel. Ook u wilt uw kinderen graag het beste geven maar dwingt uw budget u soms niet te kiezen voor mindere kwaliteit of verscheidenheid?
Ik vraag u om deze kleine oefening te doen om u wat beter te kunnen inleven in het dagelijkse leven van de kinderen die wij in onze Werelddorpen opnemen. Om u te vertellen over hun verhalen en het leven in de Werelddorpen, lijkt het me belangrijk om vooraf deze kleine oefening te doen.
Onze kinderen komen meestal uit vroegtijdige huwelijken en/of zwangerschappen.
Hun moeder is dikwijls tussen 12 en 16 jaar oud. Vóór hun eerste verjaardag worden de kinderen dikwijls verlaten, eerst door hun vader. Hun moeder mist de nodige scholing om werk te vinden en heeft veel moeite om voor haar kinderen te zorgen en de familie te doen overleven. Het is bijvoorbeeld niet ongewoon om een jong kind vastgebonden aan het bed te vinden terwijl zijn moeder bedelt of tortilla’s verkoopt op de markt. Veel kinderen beleven vóór hun vijfde verjaardag een tweede verlating – die van de moeder. Het dilemma van het overleven leidt tot hartverscheurende keuzes. De mama’s voelen zich vaak gedwongen om hun kinderen toe te vertrouwen aan een grootmoeder, oom of tante. Soms wordt deze keuze opgelegd door de dood, door ziekte of door andere tragische gebeurtenissen.
Naast de grote familiale moeilijkheden waarmee deze kinderen te kampen hebben, leven ze vaak een leven dat niets te maken heeft met onze 38 uren week. Om hun lagere school voort te zetten, staan de meesten van hen ruim vóór zonsopgang op om te voet naar de dichtstbijzijnde school te lopen. Ze wonen in ver afgelegen gebieden. De dichtstbijzijnde school is soms méér dan een uur lopen.
Velen onder hen wonen in een hut die met hun blote handen is gebouwd, midden in de koffieplantages. Ze wonen er gemakkelijk met 8 of zelfs 12 personen in één kamer, met één bed voor het hele gezin, soms met een meubelstuk om een kaars op te zetten. De wegen zijn gemaakt van aarde en worden bij nat weer snel onbegaanbaar. Na school gaan de kinderen weer werken op de koffieplantage om het gezinsinkomen aan te vullen. En pas dan, bij kaarslicht, doen ze hun huiswerk… wanneer het stukje kaars dat overschiet hen dat toelaat.
En dit alles op een lege maag, of bijna. Ze vertellen ons dat zij water drinken om de honger te stillen. In het beste geval delen ze een paar eenvoudige tortilla’s voordat ze naar bed gaan.
Kunt u zich voorstellen om enkele uren te lopen om naar school te gaan, lessen te volgen, te werken op de koffieplantages en huiswerk te maken… allemaal op een lege maag?
Bovendien betekent de keuze om hun lagere school voort te zetten een enorme opoffering voor het hele gezin van deze kinderen. Het verlies aan inkomsten moet worden gecompenseerd door een uurrooster dat geen ruimte laat voor ontspanning of spel, die nochtans cruciaal zijn voor de evenwichtige ontwikkeling van elk kind.
Heidy (in het midden van de foto) dronk veel water om de honger te stillen tot zij ’s avonds in het beste geval misschien wat tortillas kon eten met wat koffie. Heidy werd door haar ouders in de steek gelaten en door haar tante, hier rechts op de foto, opgevoed.
In onze Werelddorpen vinden deze kinderen hoop, een nieuwe levenskans. Vaak geeft het vooruitzicht om zich bij de Werelddorpen aan te sluiten hen de motivatie en de moed die nodig is om de lagere school voort te zetten, ondanks de extreem moeilijke leefomstandigheden waarmee ze te maken hebben.
De kinderen die in onze Werelddorpen naar school gaan zijn een voorbeeld van moed, vastberadenheid, doorzettingsvermogen, wilskracht en intelligentie. En toch onderschatten ze zichzelf zo erg…
Ze werden overal uitgesloten. Ze groeiden op als de verschoppelingen van de maatschappij. Niemand keek naar hen om. Een van onze leerlingen getuigde dat geen van haar klasgenoten met haar wilde samenwerken op de lagere school omdat ze arm was…
Telma en haar tweelingzus koken samen in de familiekeuken.
Om genoeg te verdienen om te overleven, maken ze bamboemanden om op de markt te verkopen terwijl hun vader op het veld werkt, meer dan 4 uur per bus van huis. Hij probeert ze twee keer per jaar te bezoeken.
Het hele gezin leeft zonder elektriciteit noch water. Meestal gaan ze met een lege maag naar bed.
Ik zie de scholen van Stichting Wereld Dorpen voor Kinderen als projecten waar elk kind centraal is en uniek. Ondanks het grote aantal kinderen dat in elk van onze Werelddorpen naar school gaat, wordt elk van hen individueel begeleid en ondersteund, naargelang zijn of haar verleden, armoede en gezinssituatie. De vorming die de kinderen in elk van de Werelddorpen krijgt, benadrukt ook het belang van de vrijetijdsbesteding.
We kunnen de cirkel der armoede doorbreken
Naast hun middelbare en beroepsopleiding, kan elk van onze kinderen ook kiezen tussen één of meerdere sportieve, culturele of intellectuele naschoolse activiteiten. Sommigen kiezen voor dans, anderen voor plastische kunst of voor sporten zoals hockey, voetbal, …
Sport en kunst zijn onmisbaar in de opvoeding van deze kinderen. Zo kunnen zij zich uitleven, zich in alle vrijheid uiten en de emotionele wonden van hun leven in extreme armoede helen. Elk kind wordt ook uitgenodigd om een zelfverdedigingssport te beoefenen in overeenstemming met de cultuur van hun land.
In onze Werelddorpen leert elk kind ook zwemmen. Ik ken uw ervaring niet op dit vlak maar persoonlijk herinner ik mij mijn zwemlessen niet meer. We leren zo jong dat het – uiteindelijk – deel uitmaakt van de basisvaardigheden die wij van kinds af meekregen, zoals toegang tot drinkwater, elektriciteit, schoenen dragen…
In onze Werelddorpen hebben de kinderen toegang tot een opleiding die veel verder gaat dan strikt middelbaar en beroepsonderwijs. Het kind wordt echt in zijn of haar geheel beschouwd. De globale vorming is waarschijnlijk wat me het meeste raakt aan de projecten van Stichting Wereld Dorpen voor Kinderen. De Werelddorpen beperken zich niet tot het aanbieden van algemeen middelbaar en beroepsonderwijs.
Elk kind wordt in zijn of haar eigenheid beschouwd vanaf het moment dat hij of zij de Werelddorpen binnenkomt tot ver na zijn of haar vertrek. Na hun afstuderen zorgen de Zusters van Maria voor hun professionele ontwikkeling en zorgen ze ervoor dat ze in een fatsoenlijk en veilig onderkomen worden gehuisvest.
De Zusters van Maria zijn erin geslaagd om een familie-eenheid te creëren die zowel leerlingen als oud-studenten omvat. Net als in een gezin in de traditionele zin van het woord, zorgen zij ervoor dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen, zowel op persoonlijk vlak als op beroepsvlak. Ieder gaat zijn eigen weg, maar we houden contact. We vragen naar nieuws en gaan op bezoek. We helpen elkaar.
Het succes van de projecten ligt zeker in de eenheid van deze grote adoptiefamilie. Maar ook de zeer volledige onderwijsaanpak die zich niet beperkt tot academische kennis.
De academische opleiding is een opleiding die erkend is door de autoriteiten van het land en die overeenkomt met het Belgische middelbare schoolonderwijs. Beroepsopleidingen zijn afgestemd op de economische behoeften van elk land. Aangezien de missie van Stichting Wereld Dorpen voor Kinderen erin bestaat om de armoede in de landen waar we actief zijn op een duurzame manier terug te dringen, is het essentieel om kinderen een opleiding te bieden die hen een stabiele en kwalitatief goede baan garandeert zodra ze de middelbare school verlaten.
Afhankelijk van het land kunnen deze vormingen verschillend zijn, maar bepaalde vormingen zoals boekhouding, informatica en secretariaat zijn in de meeste van onze Werelddorpen te vinden. Daarnaast zijn er ook opleidingen tot monteur, elektricien, timmerman, kleermaker, medische assistent, chef-kok, enz…
De combinatie van academische en beroepsopleidingen met een kindgerichte aanpak en een focus op het kind en al zijn of haar behoeften om op een evenwichtige manier op te groeien, lijkt mij de oplossing om de armoede in de wereld op lange termijn te zien afnemen. Dit wordt ook bevestigd door het voorbeeld en de getuigenis van onze vele oud-leerlingen.